Adoptie gedicht : 'Ik droomde'

Ik droomde mij "kinderen", een huis, een gezin
Dochters en zonen, zo vrolijk en blij:
En ze kwamen tot leven in mijn hart, in mijn
dromen

Ik droom van het kind, dat groeide in mij
Die droom, die is uitgekomen!
Ik droom van zijn leven, zijn toekomst, zijn
dromen

Ik droom van die
jaren vol hopen, verlangen;
Naar een kindje erbij, dat zo welkom zou zijn
Van die jaren vol eindeloos wachten en pijn
Ik droomde het kind, dat maar niet wilde
komen
En het groeide en groeide in mijn hart en mijn
dromen

Ik droom van het
kind, dat geen toekomst meer heeft
En dat toch op de wereld mocht komen
Ik droom van het kind, dat geen moeder meer
heeft
Want zij heeft het af moeten staan
Ik denk aan die moeder die, ondanks alles, dit kind tweemaal de kans gaf
op leven
Die de moed had het niet bij het huisvuil te
gooien
Of achter te laten in een doos langs de weg
Het niet afstond aan wanhoop of dood
maar het afstond aan de toekomst, het Leven!

Ik droom van de
kinderen, die ik zo toch nog
kreeg
En zie ze groeien in mijn huis en mijn hart en
mijn dromen
Zo "eigen" als "eigen" maar enigszins is
In liefde verwacht en gekregen

En als ik dan hier voor mij uit zit te dromen
En kijk naar mijn drietal, hoe gezegend het is
Trekt nóg weer een kind aan mijn hart en mijn
dromen....

Maar dit keer zal
't blijven bij dromen alleen:
Wij zijn naar de wet al te oud
En zo rest mij: die kinderen, die zonder
toekomst alléén,
Zoeken en wachten en bidden en dromen
Tot leven te dromen in de harten en dromen
van mensen als jij
Waar ze leven en groeien en wachten en hopen
Tot iemand ze roept en zegt: "Jij hoort bij
mij!"

Beoordeel dit gedicht