Poëziealbumversje / gedicht : 'Een vreemd jongetje'
Er woont een vreemd jongetje op onze kade
Hij drinkt boerenkool en hij eet limonade
Hij kookt op zijn bed en hij slaapt op 't fornuis
En als hij eens uit wil dan blijft ie juist thuis
Hij staat op een stoel en hij zit op de grond
Hij eet met z'n oren en hoort met z'n mond
Hij loopt achteruit en hij zit op z'n schouders
Maar lief is hij wel want dat zeggen z'n ouders
We vinden het gek en we lachen ons krom
En we noemen hem allemaal:
Jan Andersom