Kerstgedicht : 'Het wordt Kerst'
Het wordt Kerst, dat is te zien hoor
want daar midden op het plein
staat me toch een grote boom zeg
hij moet hoog tien meter zijn
Aan zijn takken hangen kaarsjes
branden doen ze dag en nacht
's avonds lijken het net sterren
het zijn de mooiste die ik zag
Rond de boom staan houten kraampjes
vol met dozen engelenhaar
slingers, lampjes, glinsterballen
vast wel duizend bij elkaar
Het ruikt overal naar worstjes
chocola en erwtensoep
maar ook naar de dennenboom
bij de kerkmuur op de stoep
Hoor je 't vrolijke muziekje?
't komt van achteraan het plein
waar een draaimolen snel-langzaam
ronddraait als een sprookjestrein
Hij is wit, met goud beschilderd
en versierd met dennengroen
heeft niet รฉรฉn maar twee etages
waarop je een rit kan doen
Het wordt Kerst, misschien een witte
want heel stil, zonder gerucht
dalen kleine witte vlokjes
uit de donkergrijze lucht
- Carry W. Zijlstra-van Dijk -